India

Blog van de week op nieuws.be

Ik kreeg op 1 september volgende mailtje van de communitymanager van nieuws.be:

Hallo Wannes ,

Zoals je misschien weet hebben we een nieuw wekelijks item: “de blogger van de week”.

Zoals je wellicht wel weet, zijn er reeds vele tientallen blogs op Nieuws.be verzameld. Elke week wil de redactie (op de community- en blogs-pagina) één blogger in de kijker zetten. Binnenkort willen wij graag jouw blog extra aandacht geven en jij als auteur aan onze lezers voorstellen.

Graag willen we je daarom vragen onderstaand vragenlijstje in te vullen (de antwoorden hoeven niet lang te zijn) en ons te retourneren. Vragen die je liever niet beantwoordt om privacy-redenen, mag je gewoon blanco laten. Zou je ons, samen met je antwoorden, ook een (liggende) foto van jezelf willen meesturen? Dit hoeft geen portret te zijn, elke foto is welkom.

Alvast bedankt!

En deze week ben ik dus blogger van de week.
Tof.
En als blogger van de week ben ik een weekje offline.
4t zuiden van Frankrijk, alstubelift!

Vragenlijst met de originele antwoorden:

Wie of wat is Wannes?

Wannes is de man achter wann.es/ Komende uit het gezegende jaar 1983 en gaande naar de oneindigheid.
Doodgewoon, doodleuk en doodserieus met een korrel zout.
Trots op het wonen in de stad, trots op het hebben van een website, twitteraccount en gsm.
Vooral eigenzinnig en zich niet te veel van andere meningen aantrekkend door het leven gaande niet onknappe jongeman.
Nog iets?
Oh, best wel een groot ego, dat ook nog.

Waarom heet je blog zo?

Mijn blog heet eigenlijk wann.es.
De uitleg kwam pas na het vinden van de url: het is gewoon cool om naam en suffix te laten samensmelten. Kijk naar del.icio.us. Om er toch een deftige uitleg voor te bedenken kroop ik eventjes diep in de pen en kwam er volgende quote uit:

Omdat wann.es verder gaat, ook na de punt.
(because wann.es goes on, even after a full stop)

Hoe lang blog je al? (Enig idee hoeveel posts?)

Ik ben beginnen bloggen nog voor ik eigenlijk wist hoe het echt werkte.
Ik had een website gemaakt (2004?) om mezelf een expressieve uitlaatklep te geven (http://web.archive.org/web/20041010003613/wannes.deloore.be/logaugustus04.htm). Deze werd telkens via dreamweaver geüpdated en was niet echtdynamisch. Maak daar echt niet van.
Daarna ben ik overgeschakeld op blogger/blogspot, maar die site is ondertussen verdwenen (enkel nog een aaneenschakeling van tekst) en ikzelf ben sinds eind 2006 de trotse bezitter van een échte wordpress en een eigen domein.
Het aantal posts tel ik niet en vind ik ook niet zo heel belangrijk.
Als ik tijd en zin heb, schrijf ik. Anders niet.

Waarover schrijf je?

Life, the universe and everything.
Echt, alles.
Vooral over mezelf en mijn kleine bubble op deze planeet, maar ook wat ik tegenkom op het web.

Waarom schrijf je?

Om mezelf beter te voelen.
Mentaal gezond, bedoel ik dan.
Tijdens het leven van alledag valt die mentale gezondheid nogal mee, maar toen ik afgelopen jaar enkele maanden door India trok was het schrijven echt een therapie.

Lees je veel andere blogs en welke?

Ik heb één blog dat ik bijna dagelijks bezoek.
http://blog.zog.org is één van de eerste blogs die ik volg en dat gebeurt nog steeds. Michel is nu eenmaal een blogpionier in Vlaanderen.
Verder zitten er iets van een 250 rssfeeds in mijn reader.
Soms ga ik er volledig door, maar meestal blijft het bij scannen en hier en daar eens echt lezen.

Heb je een favoriete website?

Ik had vroeger vrtnieuws.net als favoriet, maar sinds hun verandering naar deredactie moet ik er nog weinig van hebben.
Om te surfen vertrek ik meestal vanuit de feedreader of bij google.

Op welke website zou je graag eens gelinkt worden?

Ik denk dat de dag dat ik bij digg verschijn, er toch een feestje wordt gegeven.

Welke blogpost had het meest succes?

Geen idee.
De meeste commotie kwam er na een post rond de gemeenteraadsverkiezingen.
Heel het dorp wist dat ik tegen het nieuwe beleid was én dat ik openlijk de aftredende burgervader had geschoffeerd. Enkele zeer persoonlijke vetes waren het resultaat.
Achteraf is alles wel uitgepraat, maar het heeft me wel doen opletten bij wat ik schrijf.

Wat vond je zelf je slechtste blogpost?

Die van morgen.

Wat is de coolste reactie die je al kreeg?

Van mijn zusje die dolgelukkig was dat ik over haar herexamen van frans had geschreven en dat ik zo trots was dat ze geslaagd was.
Vooral het feit dat ze mijn blog leest deed me wel plezier.

Weten je vrienden, ouders, familie dat je blogt en zo ja, wat zeggen ze ervan? Zo nee, waarom niet?

Mensen uit mijn omgeving weten het en mijn moeder vindt het geweldig om mijn leven op deze manier wat te volgen.
Verder zijn er nog enkele familieleden die het volgen en een handjevol vrienden.
Mijn verhalen uit India zijn sowieso het interessants om lezen, dus daar kwamen ook meer bezoekers op af.

Heb je soms last van censuur of zelfcensuur? Zo ja, hoe ga je daar mee om?

Tuurlijk.
Zeker na het incident met de gemeenteraadsverkiezingen van 2006. Sindsdien denk ik af en toe wel na voor ik iets schrijf.
Vooral omdat het thuisfront er op wordt aangesproken. Zelf kan het me eigenlijk niet zo gek veel schelen dat er mensen zijn met een andere mening, maar mijn ouders krijgen wel de dorpse roddelpers over zich.
En dat vind ik een goede reden om niet altijd voluit te gaan.

Heb je al willen stoppen met bloggen en zo ja waarom?

Meestal groeit die zin tot stoppen organisch: weinig tijd, weinig inspiratie en per ongeluk weinig achter de pc.
Maar echt bewust stoppen: nee dank u.

Welke vraag zou je graag eens krijgen?

Q: “Wil je die D300 met bijhorende lenzen eens gaan uittesten in zuid-oost Azië en Zuid-Amerika?”
A: “Ja” (let vooral op het onbestaande moment van nadenken tussen Q en A).

Hoeveel bezoekers heeft je blog?

Augustus was goed voor 1505 unieke bezoekers, de maanden die ik in India verbleef zorgden voor iets van een 2300 per maand.
Voorheen ging het per maand zelden boven de driehonderd.
Maar dan komt de vraag: is dat belangrijk?
Ik denk van niet. Toch niet op een persoonlijk blog.
Wel dan?

Standard
India, Indiatrip 2007 - 2008, Reizen

Pavagada II

Daar het indische avontuur op zijn laatste benen loopt, werd het tijd om de lieve mensen in Pavagada nog eens te bezoeken.
Ter herinnering, dat is onder meer Swami die er het hospitaal runt. Schitterende mens.

Woensdag op het gemakje vanuit het warme en naar westerse normen hoogzomerse Goa met bus, vliegtuig en jeep tot in de outback van India getravelled. En outback, neem dat maar serieus. Er is daar niets. Behalve heel fijn volk en prachtig ruige natuur.
Toen ik er om half elf toekwam, was de dag eigenlijk al een beetje op. Aangezien ik me in dezelfde staat voelde, zijn we toen mar samen onder de wol gekropen.

Donderdag leek eerst een beetje een vervolg te breien aan het strandavontuur dat Agonda toch wel was: rustig ontbijten, tasje koffie, gazetje. Maar tegen een uur of tien kwam daar verandering in. Er was namelijk een Medical Camp georganiseerd in een van de PHC’s. Deze Primary Health Centres zijn een beetje de voorposten van het Swami Vivekananda Integrated Rural Health Centre. De PHC’s doen ook meer het basionderhoud, op medisch vlak, van de omliggende dorpen.

Maar als ik zeg dat Pavagada de outback is, dan was dit net voorbij mijn gekende vormen van beschaving. Ik was er al geweest, daar niet van, maar de toestanden  die zich nu voor mijn ogen afspeelden stonden wel heel erg in contrast met de beach lay down van twee dagen ervoor…

Het Medical Camp werd dit maal georganiseerd met het oog op gezinsplanning. Het grote probleem (een van de vele) van deze regio is de ongeletterdheid. Mensen krijgen geen onderricht. Niet in lezen en schrijven, maar ook niet naar medische termen toe. Neem daarbij een cultuur waarin seksualiteit een enorm taboe is en je krijgt een vrij gevaarlijke mix. Gevaarlijk voor jonge vrouwen: het is niet uitzonderlijk dat een moeder van drie bij de vierde bevalling het leven laat. Trouwen op je achtiende verjaardag, eerste kind een jaar later en het vierde kind tegen je vierentwintigste. Niet goed.

Daarom nu dit Medical Camp. Voorlichting en sterilisaties. Al bij al een kleine ingreep, maar op een paar uur tijd ondergingen zeventig dames de zogenaamde buttonhole operatie. Na deze operatie werden ze buiten de operatiezaal geleid (op eigen kracht of wat dacht u?) en in de gang op de grond neergevleid om te bekomen.
Op zich niet zo gek: deze mensen slapen altijd op de grond.

Cultuurschock twee was echter sterk in de maak. Het vrije en probleemloze gevoel van goanese stranden ruimde snel baan voor de chaos die zich van de gang naar mijn hoofd verplaatste. Ik was bijna vergeten hoe het er in een indisch veldhospitaal aan toe ging: chaos, roepen en tieren.
Logisch, want de caretakers (familielid dat voor de patient zorgt) horen niet binnen te zijn als de patient moet rusten. Zij die de onverwurmbare dokter toch probeerden te verschalken, werden niet licht tot de orde geroepen.

Nu, elke dame krijgt, naast de operatie, ook een sari, een voedselpakket en een handvol rupees dat voor veel mensen meer dan een maandloon is. Ik vind 15 euro per maand redelijk weinig…

Vrijdag was gelukkig wat rustiger: op het gemakje.
Een tempel bezoeken, overal goeiedag gaan zeggen, lekker eten in het ziekenhuis restaurant en wat babbeltjes doen.
‘s Avonds was er een zeer speciale eredienst voor  Ganesh, de beschermheilige  van het hospitaal.
En, aangezien mijn gastgezin op de een of andere (*hoest* opa *hoest* e-mail *hoest*) manier te weten was gekomen dat het mijn verjaardag was, werd er een feestje gedaan in eerder intieme doch zeer intense kring. Met taart en kaarsjes en nog lekkerder eten en pakjes en al. Tranen onder mijn oksels van het verschieten en het contentement.

Maar zaterdag!
Wat een dag was me dat!
Op tijd vertrokken om voedselpakketten uit te delen aan TBC patienten en heel de dag onderweg geweest. De meeste wegen waren nog duidelijk zichtbaar door enkele plekken asfalt, maar meestal was het zand en stof dat ons verder de wildernis in leidde.
Ik ben op plaatsen geweest waar het hele dorp buitenkomt omdat er een auto aan komt. Je kan je voorstelen wat een verrassing dat dat was voor deze mensen om ook eens een blanke te zien!

Toen ik vroeger klein was (nu vind ik dat nog tof, maar doe ik het minder) bouwden we kampen in het bos. Takken omhoog zetten, kleinere takken ertegen en daar dan varens en bladeren op.
Deze mensen wonen in zo’n hut.
Waar wij een  hutje maakten voor twee, maken zij dezelfde hut. Voor een hele familie!

Echt, ik ben er in een paar dagen weer met mijn neus bovenop geduwd: we hebben het in Belgie verdomme zo goed!
Als we ziek zijn, gaan we naar een dokter. Als we geen geld meer hebben, is er een sociaal vangnet met woningen, mediche hulp en bijstand op alle vlak.
Als je in India ziek wordt, ga je dood…

Standard
India, Indiatrip 2007 - 2008, Reizen

Le marriage

Toen ik een tijdje geleden in Mysore Palace stond, was ik ervan overtuigd dat ik een plaatsje had gekregen in een van de sprookjes van duizend-en-een-nacht. De verkopers en opdringerige taxidrivers deden toen echter het efect ietwat teniet.

De voorbije dagen waren echter volledig als in een sprookje: volledig met prins en prinses. En eten en knappe vrouwen en plezier en interessante babbels en, gelukkig voor mezelf, mensen die van engels wel een broodje met kaas gegeten hadden.
Het huwelijk van Chandana en Ravikrishna was af. Drie dagen van rituelen en familialebandenonderhouderij, het was fijn om daar aanwezig te mogen zijn.

Het begon donderdagochtend met een reeks puja’s door de familie van de bruid. Van het nieuwe paar geen spoor, doch dat mocht de pret niet drukken. Er werd wierook gebrand, kaarsjes aangestoken, vuurke stook gedaan, ghee geofferd, bloemen gestrooid en heel veel gezongen.
Liederen in Sanskriet, Bengaal en Kannada waar ik niemendal van begreep. De diepe devotie die eruit sprak was me anderzijds wel volledig duidelijk. Deze mensen gaan volledig voor hun geloof, laat dat duidelijk zijn.

Het officiele deel speelde zich af op een soort van podium, de rest van de zaal was voorzien van (plastic tuin) stoelen voor de aanwezigen. De aanwezigen (familie, verre familie, verdere familie, verste familie en dito vrienden, kennissen en gouwgenoten) hadden echter meer belangstelling voor elkaar dan voor het bruidspaar of de algehele ceremonie. Gek eigenlijk. Hoewel: de meeste mensen zien elkaar enkel bij feestjes als dit, een keer of drie per jaar. Logisch dus dat er veel moet besproken worden.
Ik heb een tijdje gezocht naar enige gelijkenis met een westers huwelijk, maar niets van bekende riten heb ik gezien. Na een halve dag was de conclusie dan ook dat dit in geen mijlen met enige westerse vorm van huwelijk vergeleken kan worden. Het mag ook niet vergeleken worden: India is India, Belgie is Belgie. En die twee staan volledig los en naast elkaar.

De traditionele voorbereiding gaat door tot een uur of twee wanneer er een stevige lunch is voorzien. Bananenbladeren voor iedeeen, een hoopje rijst, sambal, curry, chutney, groensels (nu ja) en sweet. Ik weet niet hoe ze hun zoetigheid hier maken, maar alles is enorm veel zoeter dan suiker. Neem het zoetste snoepje dat je kent, doe dat maal tien en meng het met carrots. Dat is indisch zoet onder andere.
Niet echt m’n ding en ik ben er dan ook niet goed van. De zoetigheid in combinatie met een stroom van ghee (geklaarde boter) doet het maagsken geen goed. En dat wil iets zeggen, want ik denk dat er ondertussen een stevige eeltlaag op m’n maagwand moet staan: pepers en pepers en pepers dat het een lieve lust is, maar zoet: ho maar.

Na de lunch word ik in het hotel afgezet en doe ik een klein dutje: het is nodig, want de treinreis heeft me serieus afgemat. Als ik om zes uur wer wordt opgepikt voor de receptie en ceremoniele spirituele feestelijkheden, ben ik niet echt goed. Ik spurt terug naar m’n kamer en leg een deugddoend spauwke. Echt, geen druppel ghee meer en ook zoetigheid gaat netjes aan ‘n neus voorbij.

De riten zijn volledig bezig en behartigen nu vooral de bruidschat. De vader van de bruid overhandigt een reeks van kleding, goud en waardevolle spullen aan de de vader van de bruidegom. Laat het duidelijk zijn dat een huwelijk hier niet iets is tussen twee mensen: het is een familie die zich inkoopt in een andere familie. Want hoewel het nieuwe paar elkaar al langer kent en graag zelf wou trouwen (met liefde en al) is het geheel toch geregeld door de vaders.

De twee families worden door dit huwelijk een grotere fmilie dan ze al zijn. En groot zijn ze zeker. En rijk ook. Het is dan ook een Brahmanenhuwelijk, een trouwpartij in de hoogste kaste. Duur en overvloedig en vanalles.
Dit is ook de reden dat bijna iedereen min of meer vlot engels spreekt: in deze kringen is geld om te studeren en om les te volgen aan engelstalige scholen en universiteiten.

Een gesprekje met een neefje van Ravikrishna maakt echter duidelijk dat er ook een heleboel omhooggevallen pipo’s tussen zitten. Hij kijkt neer op mensen die geen of weinig engels spreken, respecteert (zoals bijna alle indiers helaas) enkel mensen met geld en is overtuigd dat geld het belangrijkste is in het levensstreven van een goed mens.
Ik hoop dat zijn jeugdigheid er voor iets tussenzit, maar ik vrees ervoor: uit meerdere gesprekken blijkt een zekere conservativiteit ten opzichte van het kastenstelsel, geld en rijkdom en huwelijken.
Ik wil niet de Grote Blanke Man Die Alles Beter Weet uithangen en ideeen opdringen komt zelfs niet in me op, maar ik voel toch een zekere teleurstelling in het indische volk van de hogere klasse.

Het avondeten is wederom schitterend en sluit de eerste dag zeer fijn af. Bruid en bruidegom zijn hier samen en stralen beiden een enorm geluk uit. Het is echt mooi om zien.
Een hapje Pan (betelbladeren met ongebluste kalk) is goed vor de spijsvertering en ik kan dat dan ook niet weigeren.
Dat het de grootste oorzaak van mondkanker is in India en dat er heeldere dorpen aan verslaafd zijn, laat ik even links liggen: het is zoals een occasionele sigaret roken, denk ik maar.

Dag twee wordt ingeluid met een stevig indisch ontbijt. Idly, chutney, koffie en sweet. Ik neem van alles maar weinig want volgens Vijay belooft het een serieuze vreetdag te worden.
Als ik de ceremoniezaal binnenkom, zit Ravikrishna al volledig in prinsenkostuum op de grond in het gezelschap van een priester of drie. Volledig met tulband en staf, kleed en blemenkrans. Duizend-en-een-nacht zeg ik u.
De foto’s zeggen echter zoveel meer dan ik hier kan vertellen, zoals u ongetwijfeld zelf zal zien.

De trouw zelf, het eigenlijke in de echt verbinden van de twee duurt slechts een halve minuut. Bruid en bruidegom staan naast elkaar, groot doek ertussen als was het Blind Date (gelukkig zonder indische Ingeborg) en hoppa: bloemen en rijst smijten gelijk een stel kleine kinderen in een plonsbadje.
Schoon om zien, dat zeker wel.
De rest van de cereminie duurt nog een uur of drie langer: gestart om 11u, volledig ten einde om half vier.

Het volk heeft de zaal echter al gelaten voor wat het was: er moet gegeten worden! En ook dat is goed. Lekker en veel.
En, zoals het Indiers beaamt, snel en zonder gezellig napraten aan tafel. Het element tafelen en gezelligheid is hier niet bekend, dat wordt me redelijk hard duidelijk gemaakt.
Ook op de receptie ‘s avonds is er geen tijd voor een gezellige babbel: snel alles binnensteken en terug weg. Als ik voor een tweede keer wil aanschuiven, vindt mijn gezelschap dat geen probleem maar zelf staan ze er voor vegetarisch spek en bonen bij. Als ik uiteindelijk mijn handen ga wassen, zijn ze maar wat blij dat we weg kunnen.
Half tien en dag twee is voorbij.

Half fowking tien! Voor een  bruiloft! Dat was het avondfeest.
Had ik al gezegd dat he in niets te vergelijken was met onze feestjes?

Dag drie is eigenlijk een min of meer uitgebreide lunch met een stevig gebed voor het lekkere eten.
En lekker is het eten! Dit is met stip de beste lunch die ik ooit heb gegeten. Zoveel smaken, zoveel variatie, zo lekker.
Ik ben er nu meer dan ooit van overtuigd dat de indische keuken de rijkste keuken is die ik ken: alles is anders, alles wordt tot in het oneindige geombineerd en het is bijna nooit hetzelfde. Het is een beetje als Hilary Clinton’s broekpakken: combineetjes te over.

Maar ook bij dit feestje is het na het eten gedaan met de pret. Handen wassen, dagdagzwaaizwaai en opkrassen.
Voor mezelf is dat redelijk logisch, ik heb een vliegtuig te halen, maar ook de rest van het volk bolt het af.

Ravikrishna en Chandana zijn enorm blij dat ik geweest ben en vragen een kopietje van de foto’s op cd-rom. Dat ik dat in januari wel zal brengen.
En of ik dan bij hen alstublief kom koffie drinken.
Leuk leuk, zo wat vriendjes maken aan het andere eind van de wereld… 🙂

Standard