India, Indiatrip 2007 - 2008, Reizen

Gelijk een krab zo mottig

Toen ik vanmorgen om kwartje van de zessen de deur van het heerlijke kamertje in Fort Cochin achter me liet, was ik vol goede moed. Nieuwe horizonten verkennen, zowel letterlijk als figuurlijk. Ik trek namelijk het binnenland van India in, meer bepaald naar Munnar.

Dat ligt een heel eind van de kust weg, dus een busritje van een uur of zes is maar heel gewoon. Op zich geen probleem, want we hebben tijd. We, dat is dan Wij, Wannes.
Kilometer na kilometer zie ik de streek veranderen.

Het begint bij het dichttrekken van de deur. Ik loop door het nog donkere maar ontwakende Fort Cochin. Dit is de meest europees aandoende stad die ik tot nu toe in India heb gezien. De afgelopen dagen waande ik me dan ook meer op een eiland in de Middellandse Zee dan in India. Het was er echter zeer zeker de moeite en ik kom hier zeker terug.
De volgende stap is de ferry.  Samen met een koppel Duitsers (ja hoor, ook ik zie de analogie met m’n aankomst hier…) verlaat ik het Fort en loop ik naar het busstation. Zij nemen een andere bus en ik wacht even alleen.

Daar het bussation in Ernakulam ligt, is het hier al terug India. Echt India: chaotisch, rommelig, gezellig. Het is een beetje te vergelijken met de buurt rond de Grote Markt in Antwerpen en ons eigen schone stekje in het Schipperskwartier. Ik weet wel welke het gezelligst is…

Terwijl ik op de bus sta te wachten (ook hier hebben die vaste vertrekuren) vraagt een Engelsman of het een goed idee is om met het openbaar vervoer te reizen. Mwoa ja, zeg ik hem, het is echt wel lachen, maar verder is het als al het verkeer eh: geschift. De man vindt dat ik dan ook geschift ben om de bus te nemen en hij en zijn reisgezel besluiten de airco variant te nemen. Geld speelt geen rol, dus ik hou alle goeie raad voor mezelf. Ze zullen zelf wel zien dat de luxecars meestal nog geschifter rijden: die hebben goede vering en moeten dus niet constant inhouden voor de indische staat van de wegen…

Het landschap verandert verder van palmbomen naar gewone loofbomen. De lucht ruikt zelfs groener. Het is echt schitterend, zoveel groen en zoveel heuvels.  Het land van Tata wordt aan een stevig tempo ingenomen. Land van Tata? Jazeker. De theevelden die ik zie, zijn allemaal eigendom van Tatatea. De vrachtwagens van Tatamotors. Het is gek om tebedenken dat dit allemaal van een familie is.

Helaas komen met de bergen ook de haarspeldbochten dichter in de buurt.  Normaal kan ik echt veel verdragen in de auto en het is echt al van een van de laatste campingvakanties in Muhr (Frankrijk) geleden dat ik ziek werd in een voertuig. Vandaag dus niet. Zo ziek als honderdduizenman stap ik van de bus.

Katastroof indachtig doe ik m’n best om het vege lijf en leden zonder al te veel maaginhoudelijkverlies van de bus te reppen. De rikshawdriver die me opwacht en meer dan twee keer vraagt of ik een ritje en een kamer wil, mag tien minuten later mijn excuses komen halen. Ik vraag em wel at geld, want hij krijgt niet elke dag de kans om Vlaams te leren. Toeristen die in Munnar nu heel vriendelijk met “BOL AF TAFFELEIR” worden aangesproken: da’s Rakesh en hij bedoelt het echt wel goed.

Gelukkig  heb ik al een  boeking gemaakt en Ani van Edelweiss Adventures komt me netjes afhalen als ik hem bel. Ideaal, want het lijf kan echt even niet vooruit.
Hij weet me een kamer te regelen aan een schappelijke prijs en het driedagendurende vertier wordt geregeld alsof het niets is. Morgen (zondag) vertrekken om negen uur, dinsdag tegen een uur of twaalf gedaan. En dat ik dan nog iets anders kan doen als ik wil.

Awel, ik ga mezelf eerst afbeulen in de zon tussen de theeplantages en de jungle van Munnar en dan eh, dan ga ik mezelf Ayurvedisch laten masseren. Door een aziatisch schoonheidsideaal

Standard
India, Indiatrip 2007 - 2008, Reizen

Social Skills

Waar ik de voorbije week wat twijfelde aan de persoonlijke vaardigheden van mezelf, heb ik ook dat beeld moeten bijstellen. Wereldbeelden en zelfkennis: the times are a-changing…

De afgelopen twee maanden heb ik mezelf af en toe echt vervloekt. Waarom stap ik nu niet gewoon op die en die mensen af en waarom kan ik daar geen babbeltje mee doen? Waarom komt iedereen op reis altijd de meest waanzinige personen tegen en vind ik zelfs geen lamme straathond om kerstavond mee te vieren? Vakantielief en al, schoon, maar waarom wordt mijn kathedraal van een lichaam (vijftien kilo lichter, bruingebrand en ongeschoren) niet bestormd door elk oestrogeengedreven wezen?

Ik begon me echt al ongemakkelijk te voelen. Weg zelfbeeld, weg idee van “alleen reizen is vrienden maken”. Het leek me even allemaal teveel te worden om zo volledig alleen door het reizende leven te moeten gaan. Op de koop toe is mijn rugzak ook veel te groot en stop ik dat ding dus ook boordevol en is dat dus een bakbeest waarmee gesleurd moet worden. Een mens moet zich niet ongelukkig voelen in vergelijking met de miserie die ik de afgelopen maanden heb gezien, maar ik kwam toch in de buurt…

Tot ik van uit Varkala aan de de tocht naar het noorden begon.
Eerst de lokale bus op, samen met een stuk of honderd schoolkinderen. Lachen gieren brullen met de bengels, want die gekke blanke snul met zijn grote rugzak is echt wel een beetje belachelijk. Een praatje maken en van waar ben je en waar ga je naartoe en heb je een pen voor mij. Wat verder een andere bus, andere mensen maar ook hier overvol doch gelachen geblazen: Indiers zijn echt gekke mensen met gekke gewoonen en gekke capriolen.

Daarna de boot van Allepy tot in Kottayam. Een veerboot die dienst doet als bus op de backwaters. Een schijntje voor uren verier en schoon beelden en al. Als ik van de boot stap, staan er twee franse toeristen, die zaten ook op de boot maar dan van voor en ik van achter, te onderhandelen met een rikshawdriver. Zij willen naar het busstation en dan naar Cochin. Ha, zeg ik, ik ook.
Plots staat er ook een taxi die we aan halve prijs kunnen hebben tot in Cochin. 200 rupees per persoon, dus da’s geen geld voor bijna 100 kilometer airco-snel-reizen.

Gezellig koppel uit Parijs en toevallig wonen ze in de buurt waar ik enkele maanden geleden met Bea was. Dolle boel als het ware. Ik probeer zelfs een mondje frans te praten wat best wel meevalt. Maar toch is het gek: twee maanden in het engels denken en praten en dan plots nog wat frans ertussen. Daar mijn hypoyhalamus mijn talenknobbel heeft buitengesmeten om zelf meer groeiruimt te hebben, kan je je voorstellen dat het echt een breinbreker was.
Zij hebben een hotel geboekt, maar ik neem de ferry naar het toeristischere schiereiland Fort Cochin.

Lang leve de tropische nachten die tegen een uur of zes heel hun duistere macht tonen. Het is dan ook bijna op de tast en met horten en stoten dat ik de steiger vind. Gelukkig loop ik een duitse vader met zijn twee dochters tegen het lijf. Zij hebben ook geen idee waar te zoeken, maar wel een vaag vermoeden. Een klein lichtje in de duisternis dus, beter dan een donker hol om in te dabben, denk ik dan. Babbeltje en hop, de boot op.

Aan de andere kant er weer af en het plan was simpel: riksha driver zoeken, hotels laten bellen en een kamer laten regelen voor 200 rupee.
Schoon plan, maar da’s dan buiten India gerekend. Geen enkele riksha, zelfs geen enkele ziel op straat. Buiten dan de drie duitsers, Wannes en een koppel andere blanken. Of zij een plan hebben. Nope, maar dat we misschien wel nederlands kunnen spreken en samen een slaapplaats zoeken. Vet!

Toffe mensen, hebben al veel gereisd, maar dit hebben ze precies nog niet meegemaak: alles lijkt volzet. Tot we worden aangesproken door een gewiekste Indier: twee kamers, 650 rupee. En proper! En in’t centrum! En goedkoop!
Beestig plan en een echt goede kamer.

We gaan samen iets eten, babbelen een kot in de nacht en zien elkaar de volgende dag weer. Ook een koppel engelsen in ons huis en dat wordt een fijne avond: Kingfishers for all! Vandaag met drie de backwatervillages gezien en samen heerlijke pizza gaan eten.
Morgen gaan ze weg, naar Goa.
Ik zaterdag naar Munnar, kamperen en olifantje rijden en de zot uithangen.

Maar de clue van het verhaal: mijn sociale vaardigheden zijn best wel in orde. Alleen die oestrogeen gedreven beestjes dienen nog wat afgericht te worden…

Standard
India, Indiatrip 2007 - 2008, Reizen

Varka-la-la-la

De rugzak was gepakt, afscheid werd genomen.
Eventjes binnenspringen bij Paul en Werner voor een laatste belgische groet in Kovalam en een tasje koffie. Dat ik het er echt goed heb gehad en dat het fijn was en dat er aan alle mooie liedjes een einde komt.
Het was jammer om er weg te gaan. Ik heb er een schitterende maand beleefd en heel veel dingen geleerd, vooral op menselijk vlak. Dat ik er wil teruggaan staat buiten kijf, hopelijk lukt dat een van de komende jaren ook. Liefst binnen de vijf jaar, dan kan m’n paspoort twee indische visa’s bevatten…

Snel stoppen in Trivandrum (aka Thiruvanthapuram) voor een postpakket (de rugzak weegt al genoeg zonder de nieuwe en uitgelezen boeken) en dan de trein op naar Varkala.
Ondertussen krijgt m’n sluitspier het redelijk hard te verduren, want om de een of andere reden is’t weer van dat. Nu ja, lopen en laten lopen eh.
Maar helaas is dat niet zo handig als een mens trein en bus dient te nemen, dus een overdosis Immodium Instant (heerlijk van smaak trouwens) moet de redding zijn. Wat ook min of meer zo is… Min of meer, u leest het goed. Meer daarover in een volgende paragraaf.

Varkala ligt op slechts een steenworp (mits getrainde werpspieren) van Kovalam en wordt omschreven als het paradijs. Strand en religie en rust en dorps en niet zo heel toeristisch. Omdat ik graag een paar dagen strandvakantie wil zonder dikke, witte, mensgeworden hippopotamussen Engelsen strandt ik hier (die woordspeling, how jom!). De trein brengt me tot in het dorp, de bus tot aan de tempel en de benenwagen tot aan een groepje lokale jongeren.
Of ik een kamer zoek. Tja, een rugzak zo groot als de doorsnee Indier dient meestal niet om gezellig mee aan het strand te gaan liggen, dus ja. Maar dat ik slechts een beperkt budget heb. Geen probleem, 200 rupee lukt zeker zeggen ze.

We lopen verschillende huizen af, maar alles is volzet. Hoe meer huizen we voorbij lopen, hoe dichter we bij de zee komen en hoe hoger de prijs wordt, denk ik. Nu ja, laat dat geen probleem zijn voor er een prijs genoemd is.
Een kleine kamer,  schoon met gedeeld toilet en douche en pompbak buiten op het dak voor 200 rupees. Tja, dat ik dan wel verder zoek.  En  gewiekst als ze zijn, is  125 ook wel goed. Nice shot, denk ik dan.

Rugzak af, uitladen, muskietennet bouwen, t-shirt wisselen, gerief bijeen pakken en naar de beach!

Varka-la-la-la! Is het eerste dat in me opkomt als ik op het strand kom. Rustig! Proper! Gezellig! Echt, stukken beter dan Kovalam.
En de zee, zo wijds, zo wijds! En het strand, zo mooi! En de arenden, zoveel! En de restaurants, zo gezellig! En de verkopers, zo … niet aanwezig!
Er liggen een stuk of dertig mensen te zonnen, hier en daar iemand op een terras, een parasolletje of drie en twee redders. Allright!

Ook vandaag, zondag, is het er heerlijk rustig.
Wel toeristen, maar niet te veel. Ook minder arrogant dan in Kovalam. Ontbijt is ook hier best OK en de winkeltjes zijn wel open, maar niet opdringerig.
Ik heb het gevoel dat ik hier wel een hele week kan rondhangen.

Mocht je in India zijn en een strandvakantie willen en naar Kovalam willen gaan: doen! Bezoek SISP, zeg goeiedag aan Paul en Werner, leg je op het strandje aan het Rockholm Hotel (links van de vuurtoren) en wandel af en toe eens langs Kovalam Beach. Ga iets eten in de Lonely Planet of in Spice Village en drink een pintje in de bar van Raja Hotel.
Maar ga na drie dagen naar Varkala, zoek een kamer en geniet van het strand en de zee en de zon en alles. Echt, dit is een aanrader!

Standard
India, Indiatrip 2007 - 2008, Reizen

Les derniers jours

Het is gek om na anderhalve week van rust en kalmte weer in ene overvolle en drukke school aan te komen. De kinderen hebben in elk geval genoten van hun vakantie en zijn weer helemaal klaar om zich voor de volle 100% te geven op school.

De computerlessen met Group B (een beetje “mijn klasje”) hebben de afgelopen weken toch vruchten opgeleverd. Ik had er een beetje schrik voor, maar bijna alles was blijven hangen. Met enige trots laat ik hen netjes de oefening maken die ik heb voorbereid: tekening maken in Paint, alle tools gebruiken, saven, Word openen, tekening inserten, resizen, tekst typen en die tekst netjes naast de tekening zetten. De volgende doet dan hetzelfde, maar lijnt zijn paragraaf aan de andere kant uit.
Mits enige hulp wordt het een groot succes, denk ik dan.

Donderdagnamiddag ga ik met Imam en de mama van Hanne naar de nieuwe school kiken. Er wordt nog hard aan gewerkt, maar een van de komende maanden moet ze klaar zijn. Echt een dijk van een school, verschillende lokalen, een grote keuken en een grote zaal.En een dakterras. En een apart gebouw voor staff en social work.
Echt een fijn gebouw, rustig gelegen en comfortabel.
Wees maar gerust dat uw centen daar hard nodig zijn en goed terecht komen!

Donderdagavond trek ik net als woensdagavond met George Sir naar het internetcafe. De kerel heeft al vaak iets van internet gehoord, maar heeft nog nooit iets gedaan om er echt op te geraken. Hij is dan ook als een kind zo blij als ik hem de eerste stappen help zetten. En wat voor een wereld er voor hem opengaat wanneer we zijn e-mailaccount aanmaken! Zaken die voor mij heel vanzelfsprekend zijn, zijn een uiterst nieuwe ervaring voor hem.
De les die ik er uit leer: sta verdikke maar eens stil bij al die alledaagse handelingen, het is niet voor iedereen zo vanzelfsprekend.

Vrijdagochtend heeft iets geks in de lucht. De laatste schooldag voor mezelf. ‘t Is ene beetje gek. Eerst fruit kopen voor de traktatie van vandaag (Famous SISP Fruit Salad) en dan de laatste computerlesjes.
Na de lunch ga ik huiswaarts om de rugzak in te pakken: ik vertrek morgen immers naar andere oorden.
Plots begint het allemaal wat te dagen: wat de laatste dagen nog erg ver weg leek, is nu akelig dichtbij.  Alles wat bekend(er) is geworden wordt weer opgegeven. Iedereen die ik leerde kennen wordt wederom achtergelaten. Misschien zelfs voor eeuwig en altijd, wie weet dat?

Als ik om half vier weer op school ben voor de fruitsla en afscheid van iedereen, zijn er een paar van de kinderen die komen vragen of ik echt weg ga. En of ik niet wil blijven. En dat ze gaan wenen sebiet. Gelukkig was het niet van tranendal, maar toch.
Als er twee groepjes een liedje komen zingen, doet het toch wel akelig. Het is echt echt.
Gelukkig is er enorm lekkere fruitsla.
SISP heeft zelfs een presentje voor me: symbolisch volgens Paul, maar eerlijk: het raakt me en ik voel me verdrietig en enorm gelukkig tegelijkertijd.

Alles in india lijkt wel dubbel te zijn. Elke gebeurtenis, ervaring, ontmoeting, beeld, foto, … snijdt aan twee kanten. Vandaag is dat het gevoel dat ik niet weg wil: het is hier enorm goed en gezellig en vriendelijk en liefdevol en gewoon goed toeven. Anderzijds heb ik het gevoel dat elke stap die ik nu maak, me dichter bij Belgie brengt… Waar het potverdikke ook goed toeven is, wees maar gerust. En toch, toch kom ik hier terug…

Standard
India, Indiatrip 2007 - 2008, Reizen

Symboliek

Een jaar afsluiten op de manier zoals ik heb gedaan, kan niet anders dan een teken aan de wand zijn. Deze dag zal me ongetwijfeld nog lang heugen en niet alleen omdat ik me zo onnoemelijk slecht heb gevoeld. Deze dag heeft ook alles gehad wat ik in 2007 te verwerken had: een bitter jaar met een bitter einde.

Ik denk niet dat er ooit al een jaar was waarin ik klappen van zulke orde kreeg als het afgelopen jaar. De positivo in mij heeft het geregeld hard te verduren gekregen en ik hoop dat dat toch niet meer hoeft.

Ook habben de momenten van de dag een soort van synchronisatie met de tijd van het jaar: het begin viel nogal mee. Half drie ‘s nachts kwam overeen met ergens einde maart. Enkele uren later was ik echter doodziek: juni. Juli. Augustus.
Daarna ging het gelukkig terug wat beter.

Ook: op de juiste momenten kreeg ik sms’en telefoon uit belgenland van vrienden en familie, net zoals ze er in 2007 op de juiste momenten waren.
Terwijl ik er zo over nadenk, is het wel fijn om eens goed ziek te zijn!

Maar het mooiste is dat ik op 01 januari 2008 fris ls een hoentje, doch nog wat slappekes, kan wakker worden.
Als ik de symboliek van de afgelopen dag verder trek, belooft het een zeer schoon en uitermate plezant jaar te worden. En dat zal niet alleen aan mij liggen.

Want dankzij jullie, mijn lieve familie en talrijke fijne vrienden en vriendinnen, heeft mijn leven het afgelopen jaar geen moment alle kleur verloren.
Het is dankzij jullie dat ik me keer op keer gesterkt voelde om door te gaan waar ik liever diep in m’n bed kroop.
Het is dankzij jullie dat ik me tegen het einde van 2007 (of toch voor ik naar India roeide) potvolsnotjes weer vol leven voelde.
Het is dankzij jullie dat ik nu enorm veel zin heb om samen met jullie een spetterend 2008 waar te maken.

Lieve familie en vrienden: een welgemeend en waarachtig gelukkig en gezond en spetterend nieuwjaar!

Standard
India, Indiatrip 2007 - 2008, Reizen

Het venijn zit ’em in de staart

‘t Is te zeggen.
31 december 2007 begint op een voor mensen van mijn stand, orde en kaste onnoemelijk vroeg uur. Niet dat ik iets tegen de ochtendstond heb (integendeel) maar lat het dan alstublieft een beetje gepland zijn.

Om 02.31 word ik rillend wakker en vraag me af wat die gekke smaak in m’n mond is. Twee seconden later besef ik dat het bijna te laat is en loop alsof m’n leven ervan afhangt: halverwege de badkamer (het is geen romeinse badzaal, maar toch) komt er een eerste golf maaginhoud naar boven. De toiletpotkleur is van wit naar geelgroen gegaan. Een tweede gplf kondigt zich aan en ondertussen ben ik dicht genoeg genaderd om min of meer deftig te mikken. Ook nummer drie en vier doen hun intrede zodat ik leeg en zwetend als een koortsig paard achterblijf.

Leeg? Met moeite kan ik me op tijd omdraaien om het achterpoortje even open te zetten. Een stroom als was het de Ganghes himself maakt eveneens deel uit van de wc-inhoud. Diarree van de fijnste soort: geen brokken, geen vlokken. Alleen maar zeewater zo lijkt het wel. Ook hier is eentje niet genoeg. A cobra always strike twice, they say.
180 graden draaien want de maag pompt weer wat op.
Ik ril, beef en zweet als had ik Shiva zelf tegen me in het harnas gejaagd.

Ik heb er op dat moment geen idee van waar ik de oorzaak van de leegloop moet zoeken. Iets verkeerds gegeten? Teveel gedronken? Salmonella? Malaria? Virussen? Wormen? Vervloekt? Ik heb er geen idee van. Een beetje opfrissen en het toilet proper maken (leve de gatsproeier in India!) geven me net iets teveel om handen om na te denken.

M’n mond spoelen is ook aan de orde:  waar overgeven sowieso al niet echt m’n favoriete bezigheid is vanwege de maag die dubbel plooit, de maagzuren en de gal die branden in de mond en de onbeschrijflijke pijn ergens ter hoogte van de nifkin, is dit nog net een klasse erger. Weet je, het spouwen van pikant voedsel is, net als langs de andere kant, een enorm pijnlijke zaak.

Slapen zit er voor de rest van de nacht niet meer in en de porseleinen vriend wordt nog tot tweemaal toe stevig omarmd.
Elke slok water komt er in tweevoud terug uit: eentje langs voor, eentje langs achter. Ik ben dan ook dolgelukkig als het daglicht vertelt dat ik nar de winkel kan gaan om cola en water. Cola en water, cola en water: het gonst in m’n hoofd.

Als een grote jongen zet ik aan voor de winkelwandeltocht. Rugzak, mentaal lijstje, geld. Helaas is ook dit geen eenvoudige expeditie. Ik ben de trap nog niet half af of de sluitspier wordt danig op proef gesteld. Lopen en leeglopen. Poging tweehaalt het tot aan de voordeur, maar daar is de gekke zoete smaak weer in m’n mond. Lopen en leeglopen.
Drie maal is scheepsrecht: ik stap in m’n sleffers en merk dat ik  de rugzak nog boven ligt. Ik ben kapot en moet eerst even gaan liggen om uit te rusten.

Alle krachten lijken opgebruikt nu. Ik sleep me dan ook  naar de winkel en met een laatste krachtinspanning betaal ik alles. Zoals steeds neemt de mevrouw van de winkel ook nu haar tijd, maar anders dan anders erger ik me dood. Zo voel ik me althans.
De weg naar huis lijkt eindeloos te duren.

Volledig bezweet en doodop laat ik me op bed vallen. Een slok water is wat er nodig lijkt. Een halve minuut later geeft de maag echter te kennen dat ze niet gediend is met water. Een straal kots waar Guest House Paradiso (see the movie!) een puntje aan kan zuigen. Estethisch gezien een schoon kleurke, maar helaas ben ik niet echt in dat soort stemming.

Het is jaren geleden dat ik me zo miserabel heb gevoeld. Tot slot komt er ook nog een koorts opzetten: als je gewoonlijk leeft aan 35.4 doet 37.8 heel vies. Zweten, rillen en gebroken.
Cola to the rescue!  Als bij wonder blijft het goedje (zonder gasbellen natuurlijk) netjes in de maag.
Ik meld Paul dat ik niet langskom vandaag: hondsziek. Hij vertelt me dat er een soort van virus in de lucht zit: maximum twee dagen koorts en dan genezen. Klinkt op dat moment redelijk mooi, hoewel ik er nog geen goed oog in heb.

Een beetje Immodium, wat Mottilium en twee dikke roze Brufen’s met prikloze cola blijkt de genezende cocktail te zijn. Ik slaap tot ergens in de namiddag en merk dat een koude douche echt wel een helend effect kan hebben: de koorts zakt even een volledige graad. Helaas komt ze wat later volledig terug.

Het is verdorie Oudjaar en ik lig om zeven uur te wachten om in slaap te vallen. Aangezien het strand en bijhorende luidruchtige feesten  slechts een boogscheut van me verwijderd zijn, is inslapen niet vanzelfsprekend. Dat, in combinatie met veel dagslaapjes en een gebrek aan beweging maken de marteling dan nog net iets erger dan ik had gedacht: wakker liggen tot middernacht. Een paar mensen van goede wensen voorzien per sms (en antwoorden ontvangen) en m’n temperatuur meten zorgen voor hoop in 2008!
Koorts is wat gedaald en de mensen die ik graag zie hebben een fijn feest maar beloven wat feestgedruis te bewaren voor later.

Al bij al is het de schraalste en saaiste en eenzaamste en miserabelste laatste dag van een jaar die ik ooit hoop mee te maken.

Standard
India, Indiatrip 2007 - 2008, Reizen

Huisbezoek

Aangezien het kerstvakantie is op school, zijn er geen kinderen.
Dat wil echter niet zeggen dat er niet gewerkt wordt!

De voormiddagen deze week worden gevuld met computerles voor enkele leerkrachten, de namiddagen worden gebruikt om kinderen thuis te bezoeken.
Op die manier kennen de leerkrachten de thuissituatie van de leerlingen en kunnen ze hier op inspelen en eventueel helpen waar nodig.
En ik, ik mag mee.

Ik ben nog niet in Vizhinjam zelf geweest, alleen de grote straten heb ik gezien.
En gelukkig heb ik een gids mee, want de wirwar van straatjes (hoop en al een meter breed) is een doolhof waar ik m’n weg echt niet in zou vinden. Straatnamen zijn sowieso niet aan de orde in India, huisnummers al evenmin.

Ik vind het allemaal een beetje schrijnend. Waar ik de voorbije dagen vooral de toeristische kant van het leven heb geproefd, wordt m’n wereld nu weer volledig gekleurd door de harde realiteit.
Families met problemen op alle gebied: geen geld, geen werk, geen huis zoals je dat zou verwachten. De gang van ons appartement in Antwerpen is ongeveer even groot als een huisje waar we op bezoek gaan. Een televisiekamer. een kastkamer en een plaatsje waar gekookt wordt.
Geen badkamer, die is buiten en wordt gedeeld. Hoewel, gedeeld. Er moeten harde contanten op tafel komen voor er gebadkamerd kan worden. Een rupee per keer. Onvoorstelbaar.

Als een van de moeder shaar verhaal doet aan Preetha, is dit de eerste keer dat ik iemand hoor fluisteren. Gesprekken gaan hier meestal op een toon die westerlingen als ruziemakend ervaren hoewel dat er geen ruzie gemaakt wordt.
Nu is het bijna toonloos. De tranen staan de moeder dan ook bijna in de ogen als ze de problemen met haar oudste zoon uitlegt. De muren hebben, net als in ieder dorp over de hele wereld, ook hier oren.
En aangezien dit een vissersdorp is met alle spreekwoordelijke viswijven van dienst, kan je je voorstellen hoe er geroddeld wordt over alles en iedereen.

Mensen zijn basisgedragsrechtelijk overal hetzelfde: Meer of Vizhinjam, er is niet zoveel verschil. Alleen hebben de mensen in Meer een matras om op te slapen. En meer dan een bed per gezin. En een huis waar iedereen in past bij nacht en ontij. En minstens een badkamer per huis. En stromend water.

Als we om vijf uur huiswaarts rijden met de bus, ben ik er niet goed van. Bekomen en bezinnen met een koffie en een zonsondergang maken we weer klaar voor de rest van de dag.
Ik denk dat ik echt verliefd aan het worden ben op de zee. Rustgevend, orde op zaken stellend, probleemoplossend.
Ik word er gelukkig van. Zelfs tussen al die miserie kan ook ik nog lachen. Net als de inwoners van Vizhinjam.
Zo gaat dat hier: miserie te over en toch een lach kunnen boven halen.

BTW: ik heb vandaag gemerkt dat ik een materialistische westerse klootzak en een slechte fotograaf ben.
In de zelfde volgorde een uitleg: terwijl de mevrouw al fluisterend haar verhaal doet aan Preetha, merk ik in een ooghoek dat mijn fototoestel niet op aperture maar op manual staat. En dan schiet me ook te binnen dat ’em nog op ISO 1600 staat van het stranddansfeest van gisterenavond. Precies of dat is van enig belang in de situatie waarin we ons bevinden.
Alsof die aperture/manual en ISO zever niet voldoende zijn om mezelf tot schrale amateurfototoestelbezitter uit te roepen, wordt het nog net iets erger. Ik kan van situaties als deze bijna geen foto’s maken. Noem het schaamte, noem het bedeesdheid. Ik kan het gewoon niet. Hopelijk gaat m’n schroom morgen en overmorgen wat over want echt, ik wil dit hier aan iedereen laten zien.

Standard
India, Indiatrip 2007 - 2008, Reizen

Onbegrip

Toen ik op kerstavond aan enkele engelsen probeerde uit te leggen wat mijn beweegredenen om naar India te komen, zijn, stiet ik op een muur van onbegrip.
Ik voelde me net zoals ik me voelde in het vierde leerjaar, lang lang geleden.

Ik had toen (in het vierde leerjaar, tien jaar oud, bijna 15 jaar geleden) een sateliet geknutseld met behulp van een grote bout, een koord en de spiegelende binnenkant van een fietslicht. Knutselen was toen echt een hobby van me en fantasie is nog steeds een groot deel van mijn leven.

Trots als ik was vroeg ik aan de juffrouw of ik het aan de rest van de klas mocht uitleggen. Dat ik een groot idee had en het op een gemakkelijke manier kon vertellen.
En daar stond ik dan, te draaien met m’n “sateliet”.
En fier op m’n eerste “metafoor”.  En op het brengen van iets ingewikkelds op een voor kinderen van het vierde leerjaar begrijpelijke manier. Wat voelde ik me vreselijk slim!

Maar zowat de hele klas keek als een koe naar een trein. Shit. Ik moet ergens iets gemist hebben, want dit was toch niet zo moeilijk?
Gewoon iets enorms vertaald naar een klein ding. Projectie of zoiets. En dat dat dan draait.

Toen de juffrouw de domste opmerking ooit maakte, stond m’n wereld even stil.

Als dat nu in’t echt zou zijn, dan heb je toch geen sateliet? Dan heb je een enorm grote bout aan een dik en lang koord.
En gaat dat koord dan vasthouden boven de aarde?

En zo voel ik me nu soms ook.
Onbegrepen door domme domme mensen…

Standard
India, Indiatrip 2007 - 2008, Reizen

Kerstmis met de tenen in het zand

Voor allen die van goede wil zijn: en vrolijk en vredevol kerstfeest!
In christelijk Kovalam wordt het enorm hard gevierd, in toeristisch Kovalam nog net ietsje meer. Zotte bedoening eigenlijk, kerstmis. Een relaas.

Waar kerstavond een lichte sisser was, was 25 december een schot in de roos.
24 december alleen doorbrengen heeft iets, maar verschilt niet zoveel van andere dagen alleen doorbrengen.
Lekker eten kan in elk restaurant, maar in Spice Garden kan het ook nog eens zonder vervelende strandverkopers. Het ligt namelijk aan de achterkant van de strandrestaurants. Volgens de obers zou het een geweldig feest moeten worden zonder sluitingsuur, veel knappe vrouwen en een geen alcoholverbod. Dat belooft dus een braspartij tot het ochtendgloren en spek voor mijn bek.

Het eten is geweldig, net als de vorige keer. Maar ook het publiek is als vorige keer: zeven mensen buiten mezelf. Geen groot feest dus.
Een hoopje engelse dames doen hun duit in het zakje, maar meer dan een halve rupee is dat ook niet.
Ik merk van mezelf ook dat een geforceerde sfeer erger is dan geen sfeer. Jakkes.
Het is feest als het feest is, niet omdat het toevallig kerstavond is. Deze mensen denken daar precies anders over. Een kleine babbel over India geeft me een afkeer van hen:

Armoede? Hier? Niet overdrijven eh. Je vindt in elke stad toch bedelaars? Ik denk dat je het allemaal wat overdrijft. Die mensen hier hebben gewoon geen behoefte aan luxe zoals wij.

Tja, als je zo tegen de dingen aankijkt dan is er inderdaad weinig armoede.
Om elf uur is het restaurant helaas helemaal leeg. Ook elders is er niet zoveel sfeer. Gek, want het was nochthans sterk aangekondigt.

Kerstdag is echter een heel ander koekje. Plumcake.
Om elf uur worden we bij Justin thuis verwacht voor een kerstmaal.
Paul, Naimsha, Lenny en Jana zijn ook uitgenodigd. Sfeer en plezant, maar anders. Anders is echt wel het minste dat ik kan zeggen.
De gasten zitten en drinken (zelfgemaakte wijn, super goed!) en eten, maar de gastheer en zijn vrouw kijken toe. Het voelt redelijk gek.
Ook het feit dat het zweet over m’n rug loopt op kerstmis is een gekke gewaarwording.

Nog gekker wordt het als ik om drie uur even ga zwemmen in de zee.
Het is verdikke kerstmis! Ik ben ingesteld op zitten in een gezllige huiskamer met fijn volk en plezante gesprekken! Maar nee, zwemmen, duikelen in de golven en lezen met de tenen en de buik in het zand: het is eens wat anders!

Als de avond valt, rijden we met de bus van SISP (nog niet met de nieuwe) naar het volgende strand. Aan restaurant 3rd Rock wordt er een optreden van SISP Dance verwacht. We krijgen een plaatsje op de eerste rij en met de tenen in het zand genieten we van elk moment.

Paul kondigt het programma aan en geeft wat uitleg over SISP, de projecten, microkredieten, schoolwerking, tuition, social work en vertelt in het kort de geschiedenis.
Ik besef nog niet half hoe groot de impact van Paul en Werner hier de afgelopen tien jaar is geweest.
Wat zij hebben klaargekregen is echt lovenswaardig.

Als de jongens en meisjes beginnen dansen gaat het spreekwoordelijke dak van het strand. Ik geniet met volle teugen. Dat deze kinderen de kans krijgen om gratis dansles te krijgen en hun ding te doen voor publiek, maakt zowat iedereen gelukkig.
Het geluk straalt dan ook van hun gezicht.
Ook Paul en Werner zien er gelukkig uit.
Het moet ook wel een super goed gevoel geven als je merkt dat het helpen van straatkinderen uit de allerarmste lagen van de wereld zoveel geluk kan teweegbrengen.

Paul en Werner, me dunkt dat jullie verdomme goed slagen in jullie opzet!
Ook langs deze weg een dikke dikke proficiat!

De sfeer en omgeving ademen gewoon kerstmis: vrede, vriendschap, liefde.
Ik, ik word daar gelukkig van.

Standard
India, Indiatrip 2007 - 2008, Reizen

A vast amount of water

Dat lijkt me de beste omschrijving van de backwaters.
Het is er eeeeenooooorm!
Echt, niet in woorden te vatten.
De dag als geheel was ook enorm: zowel in tijd als impressies als in ontmoetingen.

Om half zven de bus naar Trivandrum genomen om daar over te stappen op de Super Fast naar Kollam. In Kollam lag er namelijk een boot op me te wachten voor een tochtje van 80 km over een van India’s mooiste wateren: de backwaters.Deze natuurlijke kanalen worden nu geregeld uitgebaggerd, maar zijn al honderden jaren de beste handelsroute tussen verschillende kuststeden. Ze lopen gelijk met de zee en op sommige stukken is de strook schdingsland maar 15m breed. Redelijk bizar.

De waterlopen zijn ook een zeer dorpse aangelegenheid: het makkelijker om met de kano van hut tot hut te gaan dan om een auto te nemen. De dorpelingen wonen dan ook half op het water. Velen van hen zijn vissers en gebruiken bijvoorbeeld Chinese kruisnetten. Mooi mooi.

Als ik om half tien aan de boot aankom (drie uur bussen is hier geen aardigheid) blijkt dat hij niet om tien zal vertrekken, maar om half elf. Een beetje uitstel van de dingen is ook niet zo gek hier.
Wat relaxen, ontbijten en genieten van de hlemaal niet zo warme dag, het hoort er bij.

Wat ik de komende acht uur te zien krijg slaat alles. Enorme massa’s water, voetbalvelden grote vlakten met niets dan water, boten en visnetten. Het geheel wordt netjes omkaderd met palmbomen en jungle.  Als in de namiddag de zon doorbreekt, is dit de zoveelste keer dat ik hier een stukje paradijs ontdek…

Net als ik denk dat ik alles heb gezien voor vandaag, duiken er enkele honderden eenden op. Echt als een kudde schapen lopen ze achter de hoofdeend aan. Wat een hoop! Wat een troep! Wat een zwerm! Wat een, let nu even op, TOOM eenden!
S C H I T T E R E N D

Ergens halverwge de dag ontdekken we geviren dat we dezelfde taal spreken. Gek om in het engels met elkaar aan het babbelen te zijn, een woord niet weten, luidop in het nederelands denken en dat dan de ander het juiste engelse woord geeft. Bizarre situatie, maar wel gezellig.
Amsterdammer, tweede keer in India, programmeur, reist nogal snel overal doorheen, al op een hoop plaatsen geweest (China, Rusland, Peru, Vietnam,…) maar altijd snel snel. Zo is hij twee jaar geleden in CHina geweest: 40 steden/dorpjes op veertig dagen… Lijkt me net iets te gestresst en teveel onderweg.
Maar China, het is iets voor een volgende. Net als Vietnam. En Bangladesh. En Mexico. En Peru. En Argentinie.

Maar nu: fruhstucken beim German Bakery!

Standard