India, Indiatrip 2007 - 2008, Reizen

Liefdadigheid

Een hele tijd geleden deed ik een oproep tot liefdadigheid van uwentwege. Een mailtje met een rekeningnummer (083-4456826-67) en de vraag om alstublieft toch maar wat geld te storten.
Dat het niet om mezelf ging (ondanks het feit dat ook ik een goed doel ben) maar om nobelere bestemmingen.
Naast het mailtje volgde wat later ook een spaghettifestijn waar dankzij de goede hulp van moeder en haar vriendinnen stevig gesmuld kon worden.

Blijkbaar was u allen nogal gul: toen ik naar India vertrok op 7 november had ik een bedrag van 2600 euro rond op mijn speciale rekening (083-4456826-67) staan. Dat werd netjes verdeeld over de twee projecten die ik ging bezoeken.
1300 euro voor SVIRH en 1300 euro voor SISP.
Redelijk propere bedragen denk ik dan.

Toen ik zonet voor de lol eventjes m’n persoonlijke saldo checkte, viel me iets op.
De rekening “Projecten India 083-4456826-67” gaf een gek bedrag. 946.88 euro.
Ik meende me te herinneren dat ik dat ding toch had leeggeschud enkele dagen voor ik vertrok?
Ja wadde!
Er waren precies nog een paar mensen vergeten te storten. Dank u zeer! Uw centen zijn niet weggesmeten! Zeker niet.

Ik moest ook niet zo lang nadenken over wat te doen met het geld. Twee ideeen kruisten mijn gedachten.
Aangezien een redelijk groot bedrag door de Chirojongens van Meer en Robbe was gedoneerd, moest ik er eigenlijk wel spelmateriaal mee kopen.
Helaas liggen de noden elders. De schoolbus van SISP is weer maar eens kapot. En echt dit keer.
Gelukkig kon er al een nieuwe op afbetaling worden aangeschaft.
Het lijkt me dan ook normaal dat de 946.88 eurocenten naar die kant gaan. Want wat hebben kinderen aan speelgoed als ze niet eens op school geraken?

En bij deze weet u dat uw centen netjes verdeeld zijn.
Ik weet ondertussen ook wel dat dit zeker niet de laatste geldinzamelactie van m’n leven gaat zijn. Verwacht u binnenkort maar aan vlaaienslagen, pannenkoekenbak, de Shit van Brigit, Rijstfrettentotdagederbijneervalt en iets als wenskaartenverkoop.

Standard
India, Indiatrip 2007 - 2008, Reizen

Justin

Als mijn vliegtuig weer aan de grond staat, is het een kwestie van minuten om buiten de luchthaven te geraken. Geen bagage op te halen, geen security check, geen rij wachtenden.
Dit is echter iets te snel voor Justin, de bestelde taxidriver.
Ik bel hem en hij zal er binnen een kwartiertje zin.
Perfect, een extra hoofdstukje uit Catch22 kan er altijd in (aanrader trouwens!).

Justin.
Een indische jongeman die op redelijke jonge leeftijd vaderloos werd. Arme familie, hard werken als knaap en door alles en iedereen opgelicht en bedrogen geweest. Als Paul en Werner zich over hem ontfermen (klein jobke buiten het toeristische seizoen, engelse les in SISP ) begint voor hem een ander leven.
Momenteel rijdt hij met een taxi en verdient hij min of meer deftig zijn dagelijkse portie rijst.

Als hij me oppikt in Trivandrum (Thiruhupeldepup eh) vertelt hij hondrduitover zijn leven, vrouw en zelfgebrouwde miswijn.
En dat hij vanavond eigenlijk met wat kameraden aan de vissershaven zat en of ik een zin heb om me te gaan. Natuurlijk wil ik dat!
Eventjes stoppen bij het overheidsbierparadijs en naar de haven.

Als we door de donkere straten van Vizhinjam rijden, vertelt hij over het leven hier. KLeine huisjes waar drie families wonen. Een kleine dertig man per vijf vierkante meter. Velen moeten dan ook buiten slapen wgens geen plaats binnen. Shit. Van het ene uiterste (bruiloft) in het andere uiterste: lokale armoede. Mijn hartje bloedt bij de gedachte en het zicht van kleine hoopjes mens die tegen een gevel van een huisje liggen te slapen.

De gesprekken met Christopher en Justin gaan in een fijn engels. Christopher werkt in een bedrijfje in Kollam dat TBC medicatie maakt. In het weekend komt hij cehter terug naar Vizhinam. Tofe kerel met een duidelijke visie op de toekomst van India.
Mijn antwoord op zijn vraag waarom ik nu ben waar ik ben, slaat hem met verstomming. Vrienden worden met de locals, het lukt aardig.

Ook vanavond ben ik weer uitgenodgd.
Dit is waarvoor ik hier ben gekomen, dit was een van de doelen van de reis: bleven hoe de mensen aan de andere kant van de wereld wonen, leven en denken.
Discussies over normen, waarden, culturen, godsdienst en armoede sleuren ons dan ook een stuk in de nacht.
Met als achtergrondgeluid alleen maar het ruisen van de zeebries en de golven die tegen de havenwal slaan.
Hier word ik echt gelukkig van.

Justin nodigt me bij het thuisbrengen nog snel uit voor de zondagsmis. Aangezien ik nog altijd moeilijk nee kan zeggen, zeg ik ja.
Dat hij er zal staan om half negen en dat ik maar moet zien dat ik klaar sta. Want dat de zondagsmis echt een belevenis is. Als ik wat later bedenk dat ik in geen maanden nog op tijd ben opgestaan voor een zondagsmis, verklaar ik mezelf een beetje gek.
Het is cehter de moeite: de enorm mooie kerk zit stampvol en ook het plein buiten is vergeven van het volk.

Zoveel devotie, zoveel gelovigen.
Ik moet een paar keer denken aan de wijze woorden van godsdiensleraar Bert Roos: “Mannen, ge moet allemaal niet te hard geloven.”
En niettegenstaande ik ben gestopt met geloven in Onze Lieve Heer De Goede God, doet deze eredienst iets met me. Ik denk niet dat iemand onbewogen kan blijven bij zoveel biddenden. Een offerande van bijna honderd christenen, mensen die de armen en hemel gooien tijdens het onze vader: katholieker kan haast niet.

En toch sta ik na de dienst buiten met een groot besluit: ik geloof niet in religie. Ik geloof enkel in goed en kwaad in de mens. We moeten het allemaal zelf waarmaken en bidden, smeken en preken hebben niets met geloof te maken als we onze naaste op straat laten sterven.

Waar gaat het heen als mensen liever enkele rupes aan de stinkend rijke Kerk geven in plaats van hun kinderen eten te geven? Wat is het nut van vier door het volk betaalde moskeeen als 480 van de 500 gezinnen geen dagelijkse maaltijd kunen betalen? Wat is het nut van een puja van tien bananen terwijl je vrouw al in geen dagen meer heeft gegeten?

Ik kan daar met mijn hoofd niet bij. Echt niet.
Vanaf heden ben ik dan ook een hedonist die ooit tot christen is gedoopt en als een goed mens door het leven wil gaan.
Niet te realistisch, maar zeker niet fundamentalistisch doch uitermate respectvol voor opinies en gedachten van medemensen ongeacht geloof, kleur, afkomst en geslacht.
Hoewel mooie al dan niet naakte dames altijd een klein streepje voor hebben natuurlijk. 🙂

Standard
India, Indiatrip 2007 - 2008, Reizen

Tsjoeketsjoeketuutuut

Waar ik de afstand Bangalore-Thiruvanantapuram (850km) tot voor tweemaal per trein aflegde, neem ik dit keer het vliegtuig.
Een verstandige keuze zo blijkt!
De voordelen van een vlucht ten opzichte van een treinrit zijn dan ook legio:

  • 1.5u onderweg in plaats van 17u
  • proper sanitair in de luchthaven
  • geen kakkerlakken op je stoel
  • een deftige airco
  • kriebels in de buik

Het enige dat zou kunnen tegensteken is het prijskaartje. Maar aangezien ik een westerse grootgeldverdiener ben, is vijftig euro niet iets om over te klagen. De indische spoorwegen doen de afstand voor de helft van de prijs, maar de service is er dan ook naar.
Het lijkt er in India op dat je steeds slechts twee van de drie factoren mag kiezen:

  • Service
  • Quality
  • Price

    Please pick two…

Nu ja.
Ik was enorm tevreden over Air Deccan.
Ze mogen nog op me rekenen als ik grote afstanden moet doen…

Standard
India, Indiatrip 2007 - 2008, Reizen

Le marriage

Toen ik een tijdje geleden in Mysore Palace stond, was ik ervan overtuigd dat ik een plaatsje had gekregen in een van de sprookjes van duizend-en-een-nacht. De verkopers en opdringerige taxidrivers deden toen echter het efect ietwat teniet.

De voorbije dagen waren echter volledig als in een sprookje: volledig met prins en prinses. En eten en knappe vrouwen en plezier en interessante babbels en, gelukkig voor mezelf, mensen die van engels wel een broodje met kaas gegeten hadden.
Het huwelijk van Chandana en Ravikrishna was af. Drie dagen van rituelen en familialebandenonderhouderij, het was fijn om daar aanwezig te mogen zijn.

Het begon donderdagochtend met een reeks puja’s door de familie van de bruid. Van het nieuwe paar geen spoor, doch dat mocht de pret niet drukken. Er werd wierook gebrand, kaarsjes aangestoken, vuurke stook gedaan, ghee geofferd, bloemen gestrooid en heel veel gezongen.
Liederen in Sanskriet, Bengaal en Kannada waar ik niemendal van begreep. De diepe devotie die eruit sprak was me anderzijds wel volledig duidelijk. Deze mensen gaan volledig voor hun geloof, laat dat duidelijk zijn.

Het officiele deel speelde zich af op een soort van podium, de rest van de zaal was voorzien van (plastic tuin) stoelen voor de aanwezigen. De aanwezigen (familie, verre familie, verdere familie, verste familie en dito vrienden, kennissen en gouwgenoten) hadden echter meer belangstelling voor elkaar dan voor het bruidspaar of de algehele ceremonie. Gek eigenlijk. Hoewel: de meeste mensen zien elkaar enkel bij feestjes als dit, een keer of drie per jaar. Logisch dus dat er veel moet besproken worden.
Ik heb een tijdje gezocht naar enige gelijkenis met een westers huwelijk, maar niets van bekende riten heb ik gezien. Na een halve dag was de conclusie dan ook dat dit in geen mijlen met enige westerse vorm van huwelijk vergeleken kan worden. Het mag ook niet vergeleken worden: India is India, Belgie is Belgie. En die twee staan volledig los en naast elkaar.

De traditionele voorbereiding gaat door tot een uur of twee wanneer er een stevige lunch is voorzien. Bananenbladeren voor iedeeen, een hoopje rijst, sambal, curry, chutney, groensels (nu ja) en sweet. Ik weet niet hoe ze hun zoetigheid hier maken, maar alles is enorm veel zoeter dan suiker. Neem het zoetste snoepje dat je kent, doe dat maal tien en meng het met carrots. Dat is indisch zoet onder andere.
Niet echt m’n ding en ik ben er dan ook niet goed van. De zoetigheid in combinatie met een stroom van ghee (geklaarde boter) doet het maagsken geen goed. En dat wil iets zeggen, want ik denk dat er ondertussen een stevige eeltlaag op m’n maagwand moet staan: pepers en pepers en pepers dat het een lieve lust is, maar zoet: ho maar.

Na de lunch word ik in het hotel afgezet en doe ik een klein dutje: het is nodig, want de treinreis heeft me serieus afgemat. Als ik om zes uur wer wordt opgepikt voor de receptie en ceremoniele spirituele feestelijkheden, ben ik niet echt goed. Ik spurt terug naar m’n kamer en leg een deugddoend spauwke. Echt, geen druppel ghee meer en ook zoetigheid gaat netjes aan ‘n neus voorbij.

De riten zijn volledig bezig en behartigen nu vooral de bruidschat. De vader van de bruid overhandigt een reeks van kleding, goud en waardevolle spullen aan de de vader van de bruidegom. Laat het duidelijk zijn dat een huwelijk hier niet iets is tussen twee mensen: het is een familie die zich inkoopt in een andere familie. Want hoewel het nieuwe paar elkaar al langer kent en graag zelf wou trouwen (met liefde en al) is het geheel toch geregeld door de vaders.

De twee families worden door dit huwelijk een grotere fmilie dan ze al zijn. En groot zijn ze zeker. En rijk ook. Het is dan ook een Brahmanenhuwelijk, een trouwpartij in de hoogste kaste. Duur en overvloedig en vanalles.
Dit is ook de reden dat bijna iedereen min of meer vlot engels spreekt: in deze kringen is geld om te studeren en om les te volgen aan engelstalige scholen en universiteiten.

Een gesprekje met een neefje van Ravikrishna maakt echter duidelijk dat er ook een heleboel omhooggevallen pipo’s tussen zitten. Hij kijkt neer op mensen die geen of weinig engels spreken, respecteert (zoals bijna alle indiers helaas) enkel mensen met geld en is overtuigd dat geld het belangrijkste is in het levensstreven van een goed mens.
Ik hoop dat zijn jeugdigheid er voor iets tussenzit, maar ik vrees ervoor: uit meerdere gesprekken blijkt een zekere conservativiteit ten opzichte van het kastenstelsel, geld en rijkdom en huwelijken.
Ik wil niet de Grote Blanke Man Die Alles Beter Weet uithangen en ideeen opdringen komt zelfs niet in me op, maar ik voel toch een zekere teleurstelling in het indische volk van de hogere klasse.

Het avondeten is wederom schitterend en sluit de eerste dag zeer fijn af. Bruid en bruidegom zijn hier samen en stralen beiden een enorm geluk uit. Het is echt mooi om zien.
Een hapje Pan (betelbladeren met ongebluste kalk) is goed vor de spijsvertering en ik kan dat dan ook niet weigeren.
Dat het de grootste oorzaak van mondkanker is in India en dat er heeldere dorpen aan verslaafd zijn, laat ik even links liggen: het is zoals een occasionele sigaret roken, denk ik maar.

Dag twee wordt ingeluid met een stevig indisch ontbijt. Idly, chutney, koffie en sweet. Ik neem van alles maar weinig want volgens Vijay belooft het een serieuze vreetdag te worden.
Als ik de ceremoniezaal binnenkom, zit Ravikrishna al volledig in prinsenkostuum op de grond in het gezelschap van een priester of drie. Volledig met tulband en staf, kleed en blemenkrans. Duizend-en-een-nacht zeg ik u.
De foto’s zeggen echter zoveel meer dan ik hier kan vertellen, zoals u ongetwijfeld zelf zal zien.

De trouw zelf, het eigenlijke in de echt verbinden van de twee duurt slechts een halve minuut. Bruid en bruidegom staan naast elkaar, groot doek ertussen als was het Blind Date (gelukkig zonder indische Ingeborg) en hoppa: bloemen en rijst smijten gelijk een stel kleine kinderen in een plonsbadje.
Schoon om zien, dat zeker wel.
De rest van de cereminie duurt nog een uur of drie langer: gestart om 11u, volledig ten einde om half vier.

Het volk heeft de zaal echter al gelaten voor wat het was: er moet gegeten worden! En ook dat is goed. Lekker en veel.
En, zoals het Indiers beaamt, snel en zonder gezellig napraten aan tafel. Het element tafelen en gezelligheid is hier niet bekend, dat wordt me redelijk hard duidelijk gemaakt.
Ook op de receptie ‘s avonds is er geen tijd voor een gezellige babbel: snel alles binnensteken en terug weg. Als ik voor een tweede keer wil aanschuiven, vindt mijn gezelschap dat geen probleem maar zelf staan ze er voor vegetarisch spek en bonen bij. Als ik uiteindelijk mijn handen ga wassen, zijn ze maar wat blij dat we weg kunnen.
Half tien en dag twee is voorbij.

Half fowking tien! Voor een  bruiloft! Dat was het avondfeest.
Had ik al gezegd dat he in niets te vergelijken was met onze feestjes?

Dag drie is eigenlijk een min of meer uitgebreide lunch met een stevig gebed voor het lekkere eten.
En lekker is het eten! Dit is met stip de beste lunch die ik ooit heb gegeten. Zoveel smaken, zoveel variatie, zo lekker.
Ik ben er nu meer dan ooit van overtuigd dat de indische keuken de rijkste keuken is die ik ken: alles is anders, alles wordt tot in het oneindige geombineerd en het is bijna nooit hetzelfde. Het is een beetje als Hilary Clinton’s broekpakken: combineetjes te over.

Maar ook bij dit feestje is het na het eten gedaan met de pret. Handen wassen, dagdagzwaaizwaai en opkrassen.
Voor mezelf is dat redelijk logisch, ik heb een vliegtuig te halen, maar ook de rest van het volk bolt het af.

Ravikrishna en Chandana zijn enorm blij dat ik geweest ben en vragen een kopietje van de foto’s op cd-rom. Dat ik dat in januari wel zal brengen.
En of ik dan bij hen alstublief kom koffie drinken.
Leuk leuk, zo wat vriendjes maken aan het andere eind van de wereld… 🙂

Standard
India, Indiatrip 2007 - 2008, Reizen

Eventjes Terloops: Don’t look back

’cause you know what you might see, zong Oasis in een vroegere tijd.

Ik keek vandaag wel even terug. Een mens moet iets doen als hij zit te wachten op de rest (day three!) van het trouwfeeest.
Aangezien ik mijn kabelken vergeten ben in het zonnige Kovalam, kan ik niet zoals gepland foto’s van gisteren online zwieren. Jammer? Neu, niet echt.
Een beetje navelstaren naar het belgische Blogmos.
And I knew what I could expect.

Storm in een glaske water!
Yes!
Ik lees dat graag, echt.

De situatie: Kristof Hoefkens schrijft een artikel over bloggen in Belgie in de Standaard en dat wij (het bloggende gepeupel) achterophinken tegenover de rest van de wereld. Dat er nooit echte nieuwsprimeurs worden gemaakt op belgisch e-grondgebied en dat het eigenlijk maar wat triestig ios dat mensen het internet alleen maar voor elentrikken dagboek gebruiken.
Wat die jongen van mijlen en verre had zien aankomen (en ook FOWKING gehoopt had) is dan ook waarheid geworden: “Ze hemme gebeten Chjef!!”

Michel gaat redlijk loos, Pieter fulmineert zoals we dat gewoon zijn en de commentaar is ook netjes zoals verwacht.
Fijn man, om dat in Bangalore te lezen. Ik was aan het twijfelen tussen een wandelingetje langs de persoonlijke e-paden of een duik in de wondere wereld van Het Laatste Nieuws. Ik ben blij dat ik eerst wat gesnuisterd heb in wat ik ken. Sensatie en al!

Ook mooi: hier in India hebben enorm veel mensen moeite om rond te komen, om eten te vinden en om een veilig dak boven het hoofd van hun kinderen te bieden. Van het hotel naar het internetcafe kom ik een handvol bedelaars tegen, een stuk of wat vrouwen die de stoep aan het vegen zijn (hongerloon van 10 euro per maand) en moet ik een verkeerschaos trotseren die me doet denken aan een soort van drukke rally toen dat dat nog niet zo heel geregulariseerd was op de plattelandswegen van Rural Belgium.
En dan lees ik dat de grootste bekommernis in Belgie niet het vinden van een regering is (who needs any anyway?) maar een artikel over hoe belachelijk achterlijk het belgische blogwereldje wel is.
Mijn deuk en ik, we liggen in elkaar.

Nu, als ik het artikel lees, denk ik ook niet het volledig gelogen is wat hij verteld. Hij probeert een vergelijking te maken tussen nieuwsgevoelige gebieden/gebeurtenissen en de belgische spektakelkoers van alledag.
Is er eigenlijk iemand in Belgie die bloggen echt serieus neemt? Zijn er mensen die er, Microsoftgewijs geld tegenaan smijten en personeel laten bloggen op een gestructureerde en gecontroleerde wijze?
Is een blog niet een hobbyprojectje om de frustratie van je af te schrijven of om gewoon onnozeliteiten te spuien?
Wie neemt zichzelf serieus genoeg om echt aanstoot te nemen aan een dergelijk weinig gefundeerd artikel?

Het enige punt waarmee ik het echt moeilijk heb is volgende quote:

Vergeet het ouderwetse, papieren dagboek. Een beetje digitaal onderlegde Vlaming pent zijn zielenroerselen neer op het net.

Wie-o-wie schrijft alles neer op internet?
Sinds ik in India ben, heb ik meer pagina’s dagboek gevuld dan ik in mijn hele leventje heb gedaan. Enerzijds om als basis te dienen voor blogposts, maar anderzijds om alles van me af te kunnen schrijven. En het meeste dat in mijn papieren Moleskine staat is niet voor publicatie vatbaar. Ik zou wel gek zijn.
Mijn mening, idee en perceptie van het schouwtoneel, dat mag u allen weten. En dat zal i u ook maar wat graag vertellen. En u en u en u en al uw vrienden en kennissen erbij.
Maar mijn gevoelens? Mijn diepste roerselen van de ziel. Bol af meneer, da’s van mij. En daar heeft, buiten de intieme mensenkring van Wannesfans geen hond zaken mee.

Standard
India, Indiatrip 2007 - 2008, Reizen

Weekend

Een hele dag lesgeven gaat toch niet in de koude kleren zitten. Al is dat laatste redelijk onmogelijk hier: 24/7 zweten…
Ik ben dan ok redleijk content dat het weekend is.
Een klein tripje naar Trivandrum, museumpje, paleisje, tempeltje.
Een tochtje overd e backwaters reserveren voor binnen twee weken, hangin’ ’round.

Wat opvalt in deze stad: rust en kalmte in vergelijking met Bangalore. En ook: rikshaw drivers die stoppen voor voetgangers! Hoe zot is da?
Nog enorm zot: kerk, tempel en moskee binnen een straal van 100m van elkaar. Alles loopt hier dooreen in een harmonieuze chaos van heb ik jou daar. Fijn en mooi.

De planning voor januari (Goa, Mombai, Delhi) is ook lichtjes gewijzigd.
Als ik vertrek uit Kovalam in de eerste week van januari, ga ik op’t gemakje van het zuiden lichtjes noordwaarts. Langs de kust, met als eindbestemming Goa ergens rond de 20ste januari. Dan naar Bangalore en of Pavagada voor een laatste week bij Swami.

Ik denk dat die planning me meer van India gaat laten zien dan de enorme treinritten (Kovalam – Goa: 20u, Goa – Mumbai: 8u, Mumbai – Delhi: 20u, Delhi – Bangalore: 36u) die ik in de andere planning zou moeten doen.
Het noorden van India is dan maar voor een andere keer. Binnen twee jaar ofzo.

Standard
India, Indiatrip 2007 - 2008, Reizen

Teacher is the name…

Paint is the game!

Vandaag begonnen met de lesjes computer.
Wat ik had voorbereid aan de hand van Willem’s lessen, bleek net een stapje te ver. Zei ik stapje? Denk maar in grootteorde van Wannes’ stappen.

Het is enorm confronterend om te merken dat er mensen op de wereld bestaan die nog nooit een muis hebben vastgehouden. Die het niet begrijpen waarom je om die bak af te zetten je eerst op start moet duwen. Dat een programma eerst moet worden geactiveerd voordat het kan worden gebruikt.

Maar dat euvel was vrij snel opgelost.
De eerste les werd dan ook in een sneltreinvaart aangepast (paint in plaats van word) en het resultaat was geweldig.
In groepjes van twee, elke keer een uur.
Het ding opstarten en afsluiten, een lijn trekken, je naam schrijven, een vierkant tekenen, een mooie cirkel tekenen (met de shift toets weetuwel) en gommen.

De vreugde op die kinderen hu gezicht, ik werd er spontaan gelukkig en enthousiast van.
Helaas, het noodlot sloeg toe. Power cut.
Een minuut of tien is er dan de back up van de UPS, maar dat heeft ook niet veel zin.
En dus moest er iets voor middag worden gestopt. Jammer, maar hey, da’s India nu eenmaal. 🙂

Een beetje mee knutselen in de namiddag, gisteren ‘s noens cricket gespeeld en het laatste uur wordt er geholpen met het huiswerk van kinderen van andere scholen.
Ik heb mezelf bij een groepje van vier gezet en help hen met engels, wiskunde en een soort van WO (bestaat dat nog?).

Het is wel enorm fijn om te zien dat bengels over de hele wereld (nu ja, in Meer en Kovalam toch) dezelfde apenstreken uithalen. Echt, het is hier af en toe precies Chiro Meer op een doordeweekse kampdag. Heerlijk!

Standard
India, Indiatrip 2007 - 2008, Reizen

South souther hottest

Als ik van de trein stap in Thiruvanantapuram (Nee Lieve, niet Thirumeni Rakapan, de man die sneller programmeert dan zijn schaduw) valter een grot wame deken van hete lucht op m’n schouders. In vergelijking met Bangalore is dit echt wel een verschrikkelijk hete stad.
Maar, ook in vergelijking met Bangalore, super kalm en proper.
Riksja richting Kovalam en ondertussen Paul proberen te bellen voor een juiste adresbeschrijving. Want dat heeft een driver nu eenmaal nodig…

No problems, no worries en na een klein half uur sta ik aan het schooltje. Er wordt druk lesgegeven en Paul verwelkomt me hartelijk. Ik heb het hier al gezien: het wordt een fijne maand!
Hanne en An zijn net engelse les aan het geven, maar An vindt toch de tijd om me naar m’n kamer te begeleiden. Die heeft ze donderdag gevonden in de buurt van het huisje waar zij wonen. Dank u wel An!

Hanne en An zijn twee belgische dames die hun stage volbrengen  in dit uiterste puntje van het mooie subcontinent India. Het zijn twee sociale assistentes in spe en hun taak ligt dan ook vooral op het werken met de social workers van SISP. Dat ze een kamer vonden voor mij maakt hen nog toffer dan ze op het eerste zicht al waren!

De mevrouw van de kamer is dolgelukkig als ik zeg dat ik waarschijnlijk een hele maand zal blijven.
Helaas zijn er andere factoren die ook een beetje meespelen.
Omdat anne en An een ander huisje aan het zoeken zijn (hun hospice doet bij ijden echt moeilijk blijkbaar) loop ik na schooltijd even mee. WAT EEN VILLA!
Een tweekamer appartement volledig bemeubeld, met zicht op een steepje jungle (lijkt op deze hier). Er blijkt ook een kamer vrij te zijn in het volgende huis en alles samen komt het neer op 120 euro. Per maand. 40 euro elk. Euhm. Ja. Goedkoop en al…

Helaas maakt de hospice van de juffrouwen een redelijk drama. Het is natuurlijk ook wel erg als je rekent op een extra inkomen voor een aantal maamden en dat dan ziet wegsmelten.
Ook mijn huisbazin is niet gediend met m’n vertrek, maar als ik haar vertel dat ik de eerste nacht gerust wil betalen, kan er nog net een glimlachje af.

Mijn kamer, zo vertelt de eigenaar, hheeft hij vorig jaar aan drie belgische kerels verhuurt. Hun namen weet hij niet meer zo goed, maar ‘t was wel enorm plezierig. Ze gaven ook les bij SISP.
Als ik wat naamsuggesties doe (Dirk Ruud Seppe) zit ik er knal op. Echt, een supervette kamer, dito uitzicht en enorm lieve mensen. Het wordt een mooie maand, wees maar gerust!

Maar hey, warm en zweten en plakken stinken: ik weet nu echt wel dat ik het kan…

Standard
India, Indiatrip 2007 - 2008, Reizen

The nighttrain is coming…

De trein nemen in India is niet zo vanzelsprekend. Het duurde bijvoorbeeld drie dagen voordat ik een ticket had geregeld en dan nog was het wat afwachten.
In Bangalore station was er cehter geen enkel probleem en zat ik in geen tijd op mijn bed. Bed ja, want dat staat er nu eenmaal in een slaaptrein. Een buiengewoon lange slaaptrein wel. Echt, zo’n fokking lange treinen, ni te doen gast!

Volgende regels zijn niet geschikt voor moeder’s ogen!!!
Ik heb er echter geen foto’s van duren nemen want de militairen die overal stonden zagen er stevig bewapend uit… India is dan ook een land dat nog steeds overhoop ligt met Pakistan en de recente terreurdreigingen vanwege Taslima maken de sitatie niet minder gespannen blijkbaar.
Komt daar nog bij dat de cricketmatch van India tegen Pakistan ook gebukt gaat onder een stevig net van veiligheidsmaatregelen, dus voor een fijn potje bakeleien is maar en klein vonkje nodig…

Vanop mijn bed heb ik geen raam maar wel airco. Tof? Ik dacht het niet. Koud ja, tui en buff en deken en dan proberen te slapen, wat wonderwel redelijk lukt. Na een tijdje wordt ik echter waker van kriebelpootjes op m’n neus. Kakkerlakken moeten nu eenmaal ook af en toe eens wat van de wereld zien en blijkbaar doen die dat met de trein. Alleen snap ik niet waarom ze de slaapcompartimenten van de trein nemen: Ze slapen toch niet…

Uiteindelijk ben ik wel een kalf. Ik neem de trein naar ergens, maar ik weet niet wanneer ik er ga aankomen. Ik weet ook niet hoe het station ervoor of het station erna heten en ik hoop dan maar dat er iets wordt afgeroepen of dat de conducteur zich van zijn mooiste kant laat zien als ik eraf moet.
Niets van dat alles…
Volgens de brave kaartjesknipper komen we normaal tegen twee uur.
De kerel zat er slechts twee uur naast…

En daar gaat samen met de taxi het plan om afgehaald te worden. Half twaalf is echter geen ramp en taxi’s genoeg.  Alleen: een exact adres is altijd handig als je ergens gedropt wil worden.
Tja, zoals Wij Grote Kempenzonen weleens plachten te zeggen: alles komt altijd goed.

Zorgen en drukte heb ik afgeschud, de dingen nemen zoals ze komen en genieten van lke minuut. Het leven kan echt fijn zijn 🙂

Standard
India, Indiatrip 2007 - 2008, Reizen

Enkele bedenkingen

Bedenking 1

De dokters die vast werken in het SVIRHC hebben een enorm ideaal. Zij die niet uit Pavagada of de directe omgeving komen (maximum 30km), hebben een kamer in het ziekenhuis. Deze mannen, drie jonge gasten die nog maar een paar jaar zijn afgestudeerd en een gepensioneerde overheidsarts, wonen hier als zijn ze studenten die op kot zitten.
Wat een nobele heren! Ik kan het met moeite geloven. Die kerels laten huis en woonplaats achter om ergens in de middle of nowhere de armste der armen te gaan helpen. Ze verdienen een pak minder dan in een ander ziekenhuis en soms is het echt behelpen.
Nobelprijs voor vrede, vriendschap en nobelheid verdorie!

Bedenking 2

Het kastesysteem is officieel verboden, maar hier tiert het nog welig. Ik heb het geluk om bij de hoogste kaste te logeren, maar dat is meteen ook een minpunt: het algemene leven van de modale indier (voor zover die zou bestaan) wordt niet getoond.
Ook in het patientensysteem van het ziekenhuis wordt er melding gemaakt van de kaste of de godsdienst die mensen aanhangen. Gelukiig wordt er, op het eerste zicht toch, geen onderscheid gemaakt in de behandeling.

 Bedenking 3

In al wat ik de voorbije weken heb gezien, was er een constante. Het zijn vrouwen die India rechthouden. Zeker in de dorpjes, maar ook in het ziekenhuis valt het op. Zij zijn het die voor het eten zorgen, zij zijn het die op het veld werken, zij zijn het die het huishouden en de was doen. Overal waar er mensen staan te lummelen, zijn het mannen.
En de vrouwen, ze zijn altijd, hoe moe of arm ook, enorm fier. Hun houding, kleding en gedrag is altijd even onberispelijk en trots. Echt, ondanks hun verdrukte plaats in de maatschappij (FOWK, zotte situaties gezien, ni te doen!) blijven ze netjes recht.
Nobelprijs voor vrede, vriendschap en nobelheid verdorie!

Bedenking 4

Mijn volgende reizen zullen met partner zijn. Misschien ligt het aan vandaag en het rustige programma, maar alleen is toch maar alleen. Misschien dat dat in januari wat beter meevalt (mensen tegenkomen en zo), maar nu is dat nog niet echt het geval.
Waarschijnlijk ben ik wel wat te ongeduldig in de dingen, dat kan ook.
De rondreis is dan eigenlijk ook nog maar een paar uur bezig eh…
De westerse ongeduldigheid is er nog niet helemaal uit:-)

Bedenking 5

India is een mooi land, maar enorm vuil. Ik wil echt graag aanpassen aan de lokale gebruiken en gewoonten, maar dit gaat er echt een zware streep over voor een groene jongen als ik. Alles wordt hier gewoon op straat gezwierd, van bekertjes, verpakkingen en banananschillen tot scooters en autowrakken. Ik heb gelukkig nog geen dode beesten gezien, maar dat zal nog wel komen…
Echt, een bende vetzakken is het.
Ook qua neuzepeuterij, boeren en scheten en rochelen: zelfs ik ben er (heel soms) gedegouteerd van.
Vooral als vrouwen midden in hun uitleg zoiets doen…

Als afknapper kan het echt wel tellen. Een beetje zoals een beautyqueen plots in het plat aantwaarps een uitleg begint…
Mijn god wat wil nog eens graag plat aantwaarps klappen aan een toog in een bruine kroeg met een lekkere belgische pint!

Er zijn nog duizend en een andere dingen, maar typen op een qwertybord is nog vermoeiender dan op een azertybord…

Smakelijk!
Ik ga nog eens een chillipeper of zes verschalken met wat rijst…;-)

Standard